zondag 21 april 2013

Wat een natuur, wat een prachtig land, Argentinië.










Mendoza is ons goed bevallen, ik heb nog een vluchtje kunnen maken, maar de weg omhoog was meer een avontuur dan de vlucht zelf. Met 12 man in een jeep is geen feest op smalle bergweggetjes.




Met de motor maken we nog een tocht naar een wijngaard waar we door een Nederlandse stagiaire, Iris een privé rondleiding krijgen op haar laatste werkdag. Het is de wijngaard van familia Zuccardi, erg groot en je vind een van hun wijnen ook bij de AH onder de naam Santa Julia.






De volgende morgen ontbijten we samen met onze buren Ximena en Ariosto. Het waren leuke avonden samen.
Hopelijk gaan we ze eens bezoeken op hun Estate bij Santiago.
We gaan via park Vilavicencio naar naar Uspallata. De weg de berg op is onverhard en we zien in het bezoekers centrum een foto en een bord waar op staat dat de weg 365 bochten heeft. Omdat het Pasen is, is het erg druk en ik zie het niet zitten om met zoveel tegenliggers deze pas op te rijden. We slapen beneden naast het bezoekers centrum. Helaas is het de volgende dag bedekt en rijden we in de wolken omhoog, ruim 2300 meter, jammer maar niet veel van het uitzicht gezien.

Ik wilde graag mijn landzeiler weer eens gebruiken en las dat er mooi droog meer was net voor Barreal, de Pampa de Leoncito, waar veel gezeild wordt en ja hoor een mooi glad droog gebakken meer. Het gaat super. Pas later zie ik veel verder nog meer zeiltjes. Dus ingepakt en dar heen gereden. Het was druk, allemaal 2 zitters die met betaalde passagiers zeilden. Ook was er bedrijfje met hetzelfde merk als ik heb. Helaas werd het al donker dus we zijn maar blijven staan aan het “meer”. Ook de volgende dag waaide het weer hard. Ik had een gps op het stuur en mijn maximum snelheid klokte ik op 73 km/u. Mijn 3 meter zeiltje was eigenlijk wel te groot en ik had moeite om het onder controle te houden. De anderen hadden 2 meter zeiltjes en haalden volgens zeggen wel 100 km/u.
Hierna hebben we het Parque National El Leononcito bezocht, zijn daar 2 dagen gebleven en hebben er gewandeld.
Door een prachtig landschap rijden we via Ruta 149 naar Rodeo. Daar is een stuwmeer dat zeer geliefd is onder wind- en kitesurfers. Een thermische wind waait hier eigenlijk altijd, soms tot 120 km/u. Ik kan het me niet voorstellen maar het blijkt echt zo te zijn: 's morgens is er nog geen wind en we verwennen ons in de warm water bronnen van een hotel Pismanta. Er was daar bij het buitenbad ook een surfer die Brasilie woont en daar organiseert hij surf tours. Hij was zijn board aan het repareren, hij had nl. zijn vinkast kapot gevaren op een walvis, kan het nog gekker?
Zijn site http://swellamerica.blogspot.com
Natuurlijk wilde ik ook weer eens windsurfen, ik heb tenslotte in mijn leven erg veel wedstrijden gevaren. Het waait van de planeten. Ik huur een complete uitrusting en kan kiezen uit alle maten boards en en zeilen. Oeps, dat viel erg tegen op een 80 liter boardje met een 4 meter zeiltje en op 2000 meter hoogte. De conditie viel zwaar tegen, geen lucht en mijn armen 1 meter langer. Het was een harde en pijnlijke les dat ik niet meer die jonge god ben van vroeger.
De spierpijn de volgende ochtend heeft me doen besluiten te vertrekken.
We nemen een mooie weg, de canyon ziet er heel mooi uit, maar ja hoor, er staat een bord dat er geen vracht auto's over mogen. Hadden ze dat bord niet eerder kunnen neerzetten? We nemen de gok en ondanks dat we er wel door komen, begrijpen we nu ook wel waarom dat bord er stond. We spraken later een paar Duitse meiden die het aardig benauwd hadden gehad met hun kleine autootje op sommige stukken, dus was Adrie niet de enigste.


Het landschap is nu al weken woestijn met veel cactussen, maar door de vele bergen en dalen is het zo mooi om hier door te rijden, de kleuren zijn onbeschrijfelijk.

Kan het nog mooier? We geloven van niet, maar vergissen ons als we 2 natuur parken bezoeken: Talampaya is het eerste. Je mag er helaas niet met de eigen auto in, maar we gingen met de safaritruck mee. Het is een giga canyon met loodrechte wanden van wel 185 meter hoog. Het is ons een raadsel hoe het zo gevormd is door de eeuwen heen. Met mijn nieuwe I-pad maak ik mooie panorama foto's.
Hierna bezoeken we het volgende park Ischigualasto, anders maar een heel bizar landschap, net of we op de maan zijn, met bizar gevormde rotsen. We maken hier, onder begeleiding van een ranger met onze eigen auto een rondrit van 40 km. Onze harde schijf is vol en die van de camera ook.

In La Rioja laat ik de banden wisselen van voor naar achter. De banden achter hebben het zwaarder te verduren en we zijn al 8 mm kwijt in 19000 km door het rijden op zoveel onverharde en soms slechte paden.


We werken onze weg steeds noordelijker, het is soms wel 30 graden ondanks dat het al herfst is. Aan de Ruta 40 bij Londres bezoeken we de Inca ruïnes van Shincal. Dit was een van hun meest zuidelijke vestigingen, 2500 km van Peru dus een heel eind met een Lama. Onze gids wist er veel van en het was een leuke en zeer interessante rondleiding.
Van iemand had ik een route gekregen om via Ruta 46 naar Andalgala te rijden. Onderweg worden we gestopt door een man die pech had met zijn oeroude jeep. Zijn wielmoeren zijn er af gelopen en diverse bouten zijn gebroken. Buiten een paar balen hooi had hij natuurlijk niets bij zich. Ik heb van de andere wielen moeren af gedraaid en kan het wiel met 3 bouten nog vastzetten. Man weer blij en wij een baal hooi rijker. Ik had altijd al met Adrie in het hooi willen rollen en heb dus nu mijn kans.

Na al lang geen andere overlanders te hebben ontmoet, maakten we bij dit voorval ook kennis met Ruedi en Susi, Zwitsers uit Australië. We wilden dezelfde pas gaan rijden, maar dat viel voor ons wat tegen. Het pad werd te smal en er waren te veel bomen, dus wijselijk omgedraaid. Later kwamen Ruedi en Susi ook weer terug. Ze hadden van boven in de bergen onze auto gespot in de woestijn en kwamen bij ons staan. Ze zijn al sinds 2006 onderweg, met een pauze van 2 jaar.
Hun site www.schoensleben.ch

Van Andalgala naar Concepcion moeten we 2 bergen over en we hadden niet verwacht dat dit zo heftig zou zijn, maar oh zo mooi. Op de laptop zien we een gekronkel van jewelste en ja hoor: onverhard,de ene na de andere bocht en veel haarspeldbochten en zo smal dat we vaak moeten steken om de bochten te kunnen maken. Het was een bizarre mooie tocht. Doodop duik ik om 8.30 al mijn bed in. Ja het lijkt soms wel werk dat rijden, dus dat doen we ook niet te veel. 
 rij afstanden per dag zijn klein, vooral nu het weer al maanden zo mooi is. 
We vinden zoveel mooie plekjes en zijn zelden op een camping.
Sinds 1 januari hebben we maar 7500 km gereden, dat is gemiddeld 65 km per dag. De meeste overlanders op de fiets rijden nog meer als wij, maar we hebben de tijd. De wereld is klein en we hebben hopelijk nog wat jaartjes te gaan.




Tot een volgende keer.
Gr. Joop en Adrie.